Netschaarste in het landelijk gebied: zoeken naar een duurzaam perspectief

De beschikbaarheid van infrastructuur voor duurzame energie wordt steeds schaarser en dat brengt risico’s met zich mee. In deze blog lees je wat deze risico's inhouden en welke perspectieven er zijn om netschaarste het hoofd te bieden.
Netschaarste in het landelijk gebied

In de uitgestrekte velden en rustieke landschappen van het landelijk gebied schuilt een uitdaging die verder reikt dan alleen natuurherstel. Het is een zoektocht naar een duurzaam perspectief waarin mens, dier en natuur in harmonie kunnen gedijen. De transitie gaat niet alleen om stikstofreductie en natuurherstel, maar ook om oplossingen voor droogte en wateroverlast, economisch perspectief en leefbaarheid. 

 

Toegang tot betaalbare en duurzaam opgewekte energie is hierbij een harde randvoorwaarde. Tot voor kort lag de nadruk in de relatie tussen het landelijk gebied en energie vooral op de locatie van windmolens en zonneweiden in ons landschap. Het debat wordt nu verbreed naar de infrastructuur die nodig is om überhaupt toegang tot energie te krijgen.

 

Hier ontstaat een nieuwe uitdaging: de beschikbaarheid van infrastructuur voor zowel de opwek van duurzame energie als de afname wordt steeds schaarser. Dit noemen we ook wel netschaarste. Deze netschaarste brengt duidelijke risico's met zich mee voor de toekomstige welvaart in het landelijk gebied, maar geeft ook perspectief. In deze blog lees je wat deze risico's inhouden en welke perspectieven er zijn om de netschaarste het hoofd te bieden en een duurzame energievoorziening in het landelijk gebied te waarborgen.

Het risico voor het landelijk gebied: in de schaduw van energieprioriteiten

We komen uit een tijdperk waarin aan iedere vraag naar infrastructuur kon worden voldaan. “De maatschappij vraagt, de netbeheerders draaien”. “Das war einmal” zoals onze oosterburen fijntjes zeggen. De huidige situatie is “de maatschappij vraagt en de netbeheerder bepaalt.” ...Dat is ook weer niet de bedoeling, daar is iedereen het wel over eens. Er moet geprogrammeerd en geprioriteerd gaan worden.

Hoe doen we dat programmeren en prioriteren op dit moment? Het elektriciteitsnet moet in korte tijd worden uitgebreid met nieuwe stations en verbindingen. Daarnaast moet er fors geïnvesteerd worden in opslag en flexibiliteit om het systeem in balans te houden. Deze ontwikkelingen vragen om een helder beeld van het gewenste energiesysteem en om een programmering van de benodigde energie-infrastructuur. Hiervoor is door overheden, netbeheerders en anderen gezamenlijk een aanpak voor het integraal programmeren van het energiesysteem uitgewerkt. Deze aanpak leidt op provinciaal niveau tot een Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (PMIEK). 

 

De crux bij PMIEK zit ‘m in de selectie van de projecten. In de aanpak wordt vaak gekozen voor knooppunten van maatschappelijke vraag en aanbod van bestaande energie. Een belangrijke reden om te investeren in een knooppunt is dat dit meer oplevert per geïnvesteerde euro. Als we kijken naar de trends van de verstedelijking, dan zal de energiebehoefte van de stedelijke kernen alleen maar groter worden. En dat leidt tot een navenante extra vraag naar elektriciteit en dus netcapaciteit. Eenzelfde ontwikkeling zien we bij de industriële clusters en bedrijventerreinen. 

 

Het risico bestaat dat het landelijk gebied dan achter het net vist bij de prioriteiten die gesteld worden. De focus op knooppunten kan leiden tot verwaarlozing van de behoeften van het landelijk gebied, met mogelijke gevolgen voor de energievoorziening en de leefbaarheid in deze gebieden.

 

Hoe is dit te voorkomen? We noemen de volgende drie oplossingsrichtingen:

1. Slimme oplossingen

Het gebruik van slimme oplossingen met vraagsturing en opslag maakt het mogelijk om de capaciteit van de bestaande infrastructuur te vergroten. Een goed voorbeeld hiervan is de bloemenkweker Freesia in Roelofarendsveen1. Het belichten van de winterteelt vereist een aanzienlijke hoeveelheid vermogen. Door de lampen in de winter twee uur eerder uit te schakelen, ontwijkt de kwekerij de piekmomenten op het elektriciteitsnet, wat vooral plaatsvindt rond de tijden waarop mensen thuiskomen en hun apparaten gaan gebruiken. Hierdoor is er ruimte vrijgekomen op het net, waardoor negen andere bedrijven die op de wachtlijst stonden voor uitbreiding nu de mogelijkheid hebben om zich aan te sluiten

 

Transparant inzicht in het energieverbruik en een nauwe samenwerking met de netbeheerder zijn cruciaal voor het succes van deze slimme oplossingen. Bovenstaand voorbeeld benadrukt hoe kleine aanpassingen en bewuste keuzes kunnen leiden tot een efficiënter gebruik van het elektriciteitsnet en het optimaliseren van de beschikbare netcapaciteit. Het illustreert ook het belang van het delen van best practices en het stimuleren van samenwerking tussen bedrijven en netbeheerders om oplossingen te vinden die zowel duurzaam als economisch gunstig zijn voor het landelijk gebied.

2. Energiehubs

Voor opgewekte elektriciteit die in de nabijheid gebruikt wordt, hoeft geen uitgebreide infrastructuur te worden aangelegd. We moeten met elkaar kijken hoe we vraag en aanbod zoveel mogelijk ruimtelijk kunnen clusteren in energie hubs, inclusief mogelijkheden voor opslag. Zou het niet fantastisch zijn als de duurzame warmtepompen van een melkfabriek van energie worden voorzien vanuit de windmolens en zonne-energie uit de directe omgeving? Dit bevordert niet alleen duurzaamheid en energie-efficiëntie, maar is ook een mooie vorm van circulaire landbouw!

We zien in Nederland een sterk toenemende belangstelling voor energiehubs op bedrijventerreinen.  Het opzetten van energiehubs in het landelijk gebied kent haar eigen dynamiek. Om tot resultaat te komen is het onze ervaring om wel groot te denken, maar te starten met kleine stapjes en te kijken naar mogelijkheden of ondernemers willen aansluiten2. De overheid kan hierbij aansluiten door te sturen op clustering van vraag en aanbod van duurzaam opgewekte energie vanuit haar ruimtelijk beleid. Het stimuleren van samenwerking tussen bedrijven, gemeenschappen en overheden is cruciaal om energiehubs tot een succes te maken en een meer veerkrachtige energievoorziening in het landelijk gebied te creëren.

3. Lokaal eigenaarschap, samenwerking en participatie

Onderling samenwerken bij opwek en gebruik creëert een grote mate van afhankelijkheid binnen de gemeenschap. Met het organiseren van lokaal eigenaarschap ontstaat het vertrouwen om deze relatie met elkaar aan te gaan. Het uitgangspunt moet daarbij zijn dat iedereen de gelegenheid heeft om mee te doen. En meedoen betekent ook invloed uit oefenen op de keuzes die gemaakt worden. 

In de praktijk blijkt het voor lokale initiatiefnemers best een uitdaging om hun duurzame energieproject om te zetten van een idee naar iets concreets. Met de netschaarste wordt de complexiteit alleen maar groter. Gebrek aan expertise, tijd en/of geld zijn veelvoorkomende belemmeringen.

Gelukkig zien we al positieve ontwikkelingen, waar regionale initiatieven worden opgericht om lokale initiatiefnemers professioneel te ondersteunen in de fase van idee naar realisatie. Zoals het voorbeeld van de Stichting Fonds versnelling Regionale Energie Strategie (FRES) in West-Brabant, die lokale initiatiefnemers helpt met de realisatie van duurzame energieprojecten, zie hier.

Door regionale ondersteunende initiatieven op te zetten, kunnen lokale initiatiefnemers hun ideeën beter omzetten naar concrete projecten en zo een actieve rol spelen in de energietransitie van het landelijk gebied. Deze oplossingsrichting benadrukt het belang van samenwerking, ondersteuning en participatie van de lokale gemeenschap om duurzame energieprojecten te realiseren en een succesvolle energietransitie in het landelijk gebied te bevorderen. Het laat zien dat met de juiste ondersteuning en betrokkenheid, lokale gemeenschappen een belangrijke rol kunnen spelen in het vormgeven van hun eigen duurzame energietoekomst.

Samen voor een duurzame inpassing

Tot slot, wat we nodig hebben, is besluitvorming die vanuit een breder welvaartsperspectief kijkt naar het belang van investeringen in het landelijk gebied. Dit vraagt ook om solidariteit vanuit de stedelijke en industriële gebieden. Een gezamenlijke aanpak waarbij alle gebieden bijdragen aan de energietransitie en het verminderen van de netschaarste, kan ervoor zorgen dat het landelijk gebied niet achterblijft en dat de voordelen van duurzame energie gelijkmatig worden verdeeld over het hele land.

Door een inclusieve benadering te hanteren waarbij alle belanghebbenden worden betrokken en solidariteit wordt getoond tussen verschillende gebieden, kunnen we streven naar een duurzame toekomst waarin het landelijk gebied floreert. En evenzeer profiteert van de energietransitie als de stedelijke en industriële gebieden. Samen naar een duurzame toekomst, enhancing society together.

[1] Het Financieele Dagblad, 16 juni 2023.
[2] Zie link voor het onderzoek dat we deden naar de maatschappelijke meerwaarde van Smart Energy Hubs in opdracht van ontwikkelingsmaatschappij Oost NL en de provincies Gelderland en Overijssel.

Ron  de Graaf - Leading professional Energietransitie & Governance

Ron de Graaf

Leading professional Energietransitie & Governance

Language is changing...