De ambities voor de circulaire economie zijn groot: Nederland streeft naar een volledige circulaire economie in 2023, en vanuit het Europese Green Deal komen meer Europese overheden met wetgeving. Voor elke organisatie, overheid, bedrijf of maatschappelijke partij gaat dit forse implicaties hebben. Onze hele economie moet omgebogen worden naar circulair en dat beïnvloedt denken en doen!
Vanuit de samenleving en investeerders klinkt de roep naar bedrijven en organisaties om meer maatschappelijke verantwoording af te leggen in hun jaarverslagen. De EU heeft dit vastgelegd in de Corporate Sustainability Reporting Directive; de IFRS (organisatie voor accounting-standaarden) in hun nieuwe duurzaamheidsstandaarden, het ISSB. Ook de bijdrage aan een circulaire economie maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. Maar hoe meet en monitor je als organisatie je impact en voortgang op zo’n omvangrijk thema als de circulaire economie?
De circulariteit van organisaties kan grofweg worden aangeduid in termen van directe en indirecte impact. Directe impact betreft reducties in grondstofverbruik, het toepassen van secundaire en/of gerecyclede materialen, en het verlagen of het verwaarden van afvalstromen. Met de milieu-impact van het vervaardigen van materialen en van het verwerken van afvalstromen kan deze impact nauwkeuriger in kaart gebracht worden. Inzichten op dit niveau kunnen de aanpak van de meest vervuilende, schaarse of energie-intensieve grondstoffen bevorderen. Indirecte impact betreft de toegevoegde duurzaamheidswaarde in de keten en is minder eenduidig. Voorbeelden van indicatoren die een bedrijf kan monitoren, zijn de (verhoogde) levensduur van de producten die het levert, of de bijdrage van het design van een product aan verminderd grondstofverbruik. Een maatschappelijke organisatie of een institutionele investeerder kan de indirecte impact meten door het aantal initiatieven op het gebied van circulaire economie te meten die onderdeel zijn van hun invloedsfeer of deelnemingen.
Het meten en ‘boekhouden’ van de impact op circulaire economie speelt een cruciale rol in het inzichtelijk maken van de voortgang op het gebied van circulariteit. Maar de uitdagingen zijn ook behoorlijk: er is geen rijtje standaardindicatoren of KPI’s en bijbehorende soorten data die een organisatie kan opvragen waarmee circulariteit wordt gemeten, zoals dat bijvoorbeeld grotendeels wel geldt voor broeikasgasemissies. Deze standaardisering vereist inzet van wet- en regelgeving, accountants en bevoegd gezag, zo blijkt uit een inventarisatie van Coalition Circular Accounting, een initiatief van Beroepsverenging Accountants (NBA) en Circle Economy. Ook bedrijven en organisaties hebben hierin een belangrijke rol: met de inzichten vanuit hun inventarisaties van circulaire impact en toegevoegde waarde dragen zij bij aan de kennis omtrent performance-indicatoren en de benodigde data voor het meten van circulariteit.
Het ontbreken van een standaard is geen reden om de kat uit de boom te kijken. De transitie naar een circulaire economie is immers ten dele afhankelijk van initiatieven uit het bedrijfsleven. De eerste meetmethoden rondom circulair monitoren zijn volop in ontwikkeling en zullen een sneeuwbaleffect in gang gaan zetten. Over een aantal jaren is een circulariteitsjaarverslag ingeburgerd.
Royal HaskoningDHV helpt haar klanten bij het meetbaar maken, monitoren en verbeteren van hun duurzaamheidsprestaties en zo bij te dragen aan een circulaire economie.
Onze adviseurs helpen u graag op weg!