‘In de stad wordt het te vaak te heet en dat is ronduit ongezond. Dat is al in vele studies onomstotelijk aangetoond, met een verhoogd sterftecijfer als topje van de ijsberg. Het raakt vooral kwetsbare groepen, zoals ouderen en mensen die zich niet kunnen aanpassen of geen verkoeling kunnen zoeken. Steden zijn hitte-eilanden te midden van een groenere omgeving. Dat merk je als je ‘s zomers vanuit de duinen terug naar de stad fietst – je rijdt tegen een muur van hitte. De stenen, het beton en het asfalt fungeren als straalkachels. Maar ook voor de minder kwetsbare mensen voor wie hitte misschien alleen hinderlijk is, heeft het al een negatieve impact: mensen worden minder productief, raken sneller geïrriteerd. En er komt nog iets bij: als het er in de zomer niet te harden zo heet is, wordt een stad minder aantrekkelijk. Voor toeristen, maar ook qua vestigingsklimaat. Er is dus zowel een maatschappelijke als een economische reden om in actie te komen en de stad weer ‘cool’ te maken.
De laatste drie zomers, met langdurige hittegolven, hebben velen de ogen geopend en geleid tot het bewustzijn dat er echt iets moet gebeuren. Ik heb het zelf ervaren in 2018. Onze tweeling werd geboren aan het begin van de hittegolf van die zomer en op een gegeven moment werd het in huis echt te warm. We gingen dan naar de supermarkt, de enige plek in de buurt waar het voor die kleintjes – en voor ons - lekker koel was. Een veelzeggend cijfer: op 24 juli 2018 werd op Marktplaats op één dag 68.000 keer ‘airco’ als zoekterm ingevuld, bovenaan de lijst. De andere klant van die medaille is er ook: tijdens de hittegolf twee jaar later, in augustus 2020 lag het stroomverbruik in Nederland tot maar liefst 30 procent hoger, door een toename in het gebruik van airco’s en ventilators. De stijging was waarschijnlijk extra sterk doordat mensen vanwege de coronacrisis meer thuis waren.
Om ervoor te zorgen dat Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht, is er ook in uw gemeente de klimaat-stresstest gemaakt. Zo heeft u inzicht gekregen in de kwetsbare locaties, letterlijk de hotspots. Het is ook het startschot voor gerichte maatregelen, en het vergroot het urgentiebesef nog maar weer eens: hittestress in de stad is een uiterst serieus probleem. Ik zag dat ook terug tijdens de hittesessies en risicodialogen die volgden op stresstesten in bijvoorbeeld Leiden en diverse kleinere gemeenten.
Oplossingen zijn niet per se technisch ingewikkeld: minder steen, meer groen (echt groen), voldoende schaduw voor overdag. Zo zijn (grote) bomen zeer doeltreffend. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Overal in het land zijn initiatieven van de grond gekomen. Operatie Steenbreek, het NK Tegelwippen, de creativiteit was groot en de animo vaak ook. Het draagt zeker bij aan de bewustwording, maar als we het grote probleem samen op willen lossen, zullen er constructievere acties moeten komen. Wat ik persoonlijk een goede actie vind, is de actie ‘1000 gratis bomen voor Den Haag’.
Het is veel kosteneffectiever om hitte vanaf het begin en integraal te betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen. Maar ook dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe ga je hittemaatregelen afwegen tegen vierkante meters woonruimte, kabels & leidingen, camerazichthoeken? Het begint met beleid, een heldere visie met een concrete doelstelling en ambitie. En beleid begint met inzicht – welke informatie geeft dit inzicht. Met de Hittemonitor biedt Royal HaskoningDHV u dat inzicht. Niet alleen wat de meest effectieve maatregelen zijn om hittestress te verminderen, maar ook het inzicht welke opgave er ligt. Met de Hittemonitor komen gesprekken op gang tussen de verschillende disciplines en kan echt integraal worden gewerkt.
Op basis van openbare ruimtelijke en lokale data berekenen we de temperatuureffecten tijdens een hittegolf voor elke plek binnen de gemeente. Ook kunnen we duiden wat de ernst hiervan is, ook voor kwetsbare doelgroepen.
Van daaruit kunnen we samen met uw inwoners, woningbouwcoöperaties, zorginstellingen en andere stakeholders de dialoog aangaan over een gezonde stad, met zo min mogelijk hittestress.
In een sessie met de gemeente Utrecht werden verschillende gemeentelijke afdelingen bij elkaar gebracht en kwam het gesprek goed op gang. In een sessie in Brabant samen met de GGD lag de focus meer op gezondheid. In de Achterhoek was de sessie gericht op gebouwbeheerders van zorginstellingen, waar met elkaar werd onderstreept dat samenwerking essentieel is. De sessies creëerden inzicht en draagvlak. En bij de herinrichting van een wijk in de gemeente Westland is hittestress integraal meegenomen. Onderdeel van de herinrichting is meer groen en het gebruik van lichter gekleurde straatklinkers, die minder opwarmen.
Er is geen wetgeving voor hitte, geen norm waaraan plannenmakers moeten voldoen. Ook vrij recente ruimtelijke ontwikkelingen zijn vaak nog geen toonbeeld van klimaatadaptief ontwerpen, ook niet als het gaat om hittestress. Economische belangen winnen het vaak, of de noodzaak om veel woningen te bouwen. Terwijl het de kunst is om die doelen te verenigen. Ook op gebouwniveau is veel mogelijk om de hitte letterlijk buiten de deur te houden. Bijvoorbeeld door het glasoppervlak aan de zonkant te beperken. Dit zullen de ontwikkelaars en architecten vanaf het begin al mee moeten nemen in de plannen. Verkoeling is net zo belangrijk als verwarming.
In vrijwel elke gemeente staat klimaatadaptatie op de agenda. Maar die opgave moet gekoppeld worden aan andere urgente agenda’s. Hitte is niet iets dat we erbij doen en we moeten af van het idee dat meer groen vooral leuk is. Het is pure noodzaak. Daarom werken we graag met u aan de ‘coole’ stad van de toekomst!