Het succes van publieke warmtebedrijven door heel Europa is de basis geweest voor het besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat in 2022 om een publieke deelname verplicht te gaan stellen in de warmtebedrijven in Nederland.
Gemeenten moeten nu voor zichzelf bepalen hoe ze invloed willen en kunnen uitoefenen om de publieke waarden te borgen. En hoewel alle gemeenten deze regie in de warmtetransitie hebben gekregen van het Rijk, betekent dit niet dat alle gemeenten dezelfde inspanning kunnen leveren, of risico’s kunnen dragen. Hoe kan de gemeente de regie nemen?
Hier zijn drie stappen die gemeenten kunnen volgen om hun rol effectief te vervullen.
Uit onze praktijkervaring blijkt, dat werken vanuit een duidelijk kader essentieel is. Daarom beginnen we altijd met het bepalen van de eigen positie. Dit proces start met het erkennen van de noodzaak van de gemeentelijke rolneming in de warmtetransitie. Vervolgens verkennen we samen de mogelijkheden. Hierbij kijken we niet alleen naar de wetgeving, maar ook naar de financiële en organisatorische draagkracht en de risicobereidheid. We onderzoeken welke ambitie en wensen er zijn en houden een spiegel voor: Behaal je hiermee je doelstellingen en doe je hiermee ‘waar je voor bent’?
Bovengemeentelijke samenwerking in de warmtetransitie kan significante voordelen bieden voor gemeenten, maar vereist zorgvuldige planning en uitvoering om succesvol te zijn.
Gezamenlijk optrekken kan leiden tot onder andere:
Het brengt echter ook uitdagingen met zich mee. Hoe kunnen meerdere gemeenten gezamenlijk warmte organiseren?