“De status van rijksmonument, achterstallig onderhoud en mogelijke kosten voor sanering van asbest en vervuilde grond speelden een grote rol bij de prijsbepaling van het gebouw (lees: Mijnbouwpand). Daarnaast bleek het gebouw achterstallig onderhouden wat leidde tot aanzienlijke hoge lasten voor de TU Delft. Zo was het pand onder andere slecht geïsoleerd, wat zorgde voor hoge stookkosten. Daar kwam bij dat het gebouw ook niet meer nodig was… Dit alles drukte de waarde van het pand.
Het verkoopproces is wel door de externe accountant beoordeeld, en die heeft hierbij geen onrechtmatigheden geconstateerd.
Daarnaast zijn de belangen van de TU Delft voldoende in acht genomen. Bij de verkoop van Mijnbouwstraat 120 zijn namelijk interne en externe experts betrokken, zijn de risico’s zorgvuldig afgewogen en is de prijs na onderhandelingen met ondersteuning van interne directies van de TU Delft tot stand gekomen.”
Dit citaat staat op p. 92 van het Inspectierapport 2024.
Omdat de huurcontracten van onze kantoren in Den Haag en Rotterdam aflopen en we deze kantoren willen samenbrengen, hebben we onderzocht of we een kantoor kunnen betrekken in Rotterdam of Den Haag of precies er tussenin in Delft voor deze collega’s. Het was voor ons logisch om ook de opties op de TU Delft Campus te verkennen; midden in het hart van het technische innovatie-ecosysteem van de universiteit waar studenten, startups en bedrijven samenwerken aan nieuwe oplossingen voor grote maatschappelijke vraagstukken. Bovendien zitten we hier dicht bij onze toekomstige collega's. Veel van onze ingenieurs hebben hier hun opleiding genoten en zijn, vrijwillig én professioneel, nog met hun alma mater verbonden.
Na een uitgebreide evaluatie is de keuze gevallen op het te koop staande Mijnbouwpand en hebben we de TU Delft laten weten belangstelling te hebben. Vervolgens heeft de TU Delft besloten met ons het onderhandelingsproces in te gaan. Zoals bij vastgoedtransacties gebruikelijk is zijn wij deze onderhandelingen ingegaan als GZD (Groot Zakelijke Dienstverlener) opdat onze collega’s dit niet uit de markt zouden horen terwijl het nog niet rond was en omdat het om concurrentiegevoelige informatie gaat.
Ons eindbod aan de TU Delft was lager dan de aanvankelijke vraagprijs, maar in lijn met de slechte staat van het 112 jaar oude pand. Wij schatten de staat van het gebouw en de toekomstige verhuurbaarheid slechter in dan de TU Delft. Een hogere aankoopprijs was voor ons niet realistisch. De kosten voor asbestsanering liggen bijvoorbeeld al veel hoger dan de 975 duizend die verrekend is in de verkoopprijs. Die kosten nemen we zelf en dat geldt ook voor de kosten van andere saneringen (o.a. bodem en chroom-6) en herstelwerkzaamheden.
Van de gemeente Delft krijgen we een kleine financiële tegemoetkoming: een eenmalige korting op legeskosten van 100.000 euro vanwege de bijdrage aan het positieve vestigingsklimaat, de economische spin-off en de grote investering in het monumentaal erfgoed. En daarbij de gebruikelijke 30% korting op de parkeerkosten bij afname van 130 parkeerplaatsen voor een periode van 15 jaar met een totale waarde van 286.000 euro.
Door onze kennis en inspanningen kan een iconisch oud gebouw in slechte staat voor Delft behouden blijven. Wij investeren tientallen miljoenen om het pand respectvol te renoveren en er een gebouw van te maken dat voldoet aan de nieuwste inzichten op het gebied van duurzaamheid en nog vele generaties mee kan. Zo transformeren wij het pand van energielabel G naar A+++ waarmee het Mijnbouwgebouw het eerste Paris Proof Rijksmonument zal zijn.
NRC wekt de indruk dat de toekomst van het Mineralogisch-Geologisch Museum onzeker is doordat wij het pand kochten. Wij zijn echter geen partij in eventuele afspraken met TUD omtrent huisvesting van het museum en vertrouwen erop dat het museum in samenwerking met betrokken partijen een oplossing zal vinden voor huisvesting van de waardevolle collectie.
We zien ernaar uit het Mijnbouwpand eind 2024 te betrekken en actief deel te gaan uitmaken van de community in Delft.